Amerikaanse telecommaatschappijen geven steeds minder ‘subsidie’ op telefoons en boeken hiermee meer succes dan verwacht. Kiezen consumenten in de toekomst eerder voor een goedkope smartphone als ze in één keer zo’n 500 euro moeten betalen voor hun telefoon?
Volgens The Wall Street Journal kan het prijskaartje van een nieuwe smartphone zo confronterend zijn dat het inderdaad invloed gaat hebben op de keuzes die consumenten maken als ze een abonnement met telefoon afsluiten. Dit zou de makers van dure smartphones, zoals Apple, in problemen kunnen brengen.
Tot nu toe was het altijd gewoon dat Amerikaanse telecommaatschappijen een deel van de telefoon subsidieerde en door het afsluiten van een twee-jarig contract dit geld terug wilde verdienen. Zo merkten consumenten niet dat ze zoveel geld uitgaven aan een telefoon. Dit is vergelijkbaar met het systeem zoals we dat in Nederland kennen.
AT&T kopieert verkoopmethode T-Mobile
De relatief kleine speler T-Mobile verkoopt in de Verenigde Staten alleen maar telefoons via het nieuwe model, waarbij de klant meteen moet aftikken voor de telefoon. Ook de Amerikaanse telecomgigant AT&T ziet wel brood in het nieuwe systeem: in het eerste kwartaal van dit jaar werd 15 procent van de telefoons zonder subsidie verkocht. Naar verwachting groeit dit percentage aan het einde van dit jaar naar 35 procent.
The Wall Street Journal stelt dat het verdwijnen van de subsidies meer druk zet op smartphones met een prijs vanaf 649 dollar, zoals het nieuwste model van de iPhone 5s. Apple zou in dit geval harder getroffen worden dan concurrent Samsung, omdat AT&T vooral iPhones verkoopt.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl